10 FIS pisteregels

De organisatie van FIS organiseert onder andere wereldbekerwedstrijden op het gebied van alpine skiën (alle afdalingen), langlaufen, schansspringen, Noorse combinatie, skivliegen, freestyle skiën en snowboarden. Er zijn 135 landen aangesloten, in totaal worden er ruim 7.000 wedstrijden per jaar georganiseerd over heel de wereld.

De FIS is opgericht in 1924, bij de Olympische Spelen in Chamonix Frankrijk. Tegenwoordig is het erkend door het IOC (Internationaal Olympisch Comité). De FIS opereert vanuit het Zwitserse plaatsje Oberhofen. Naast de competities en activiteiten die er worden georganiseerd houdt de FIS zich ook bezig met de natuurlijk omgeving, doping en veiligheid. Om de veiligheid op de pistes te kunnen waarborgen heeft de Fédération Internationale de Ski de 10 FIS pisteregels opgesteld.

Daarnaast houdt de FIS zich ook bezig met de pisteregels. Want het skigebied zelf kent een hoop regels, verboden, aanbevelingen en adviezen, maar ook de FIS heeft regels opgesteld die voor iedere wintersporter gelden ten behoeve van de veiligheid van de pistegebruikers.

De 10 FIS pisteregels zijn:

Deze 10 regels moeten door elke wintersporter in acht worden genomen om de veiligheid op de piste te vergroten. Je kunt de pisteregels vergelijken met de verkeersregels die in Nederland gelden. Er zijn ook een paar regels die overeenkomen met de verkeersregels. De pisteregels gelden voor alle piste gebruikers, dus skiërs, snowboarders, wandelaars en langlaufers houden zich allemaal aan dezelfde regels.

Misschien heb je wel eens een groot bord op de piste of bij de lift zien staan. Op het bord staan de 10 pisteregels beschreven, deze worden ondersteund door een plaatje. Iedereen is verplicht zich aan deze regels te houden. In het geval dat er een ongeluk gebeurt wordt de veroorzaker aansprakelijk gesteld op basis van de pisteregels.

De FIS pisteregels:

1. Respect voor anderen en houd rekening met elkaar. Iedereen moet zich dusdanig gedragen, dat hij/zij anderen niet in gevaar brengt en/of schade toebrengt.
2. Beheersing van snelheid en stijl. De snelheid en stijl moeten aangepast zijn aan drukte op de piste, niveau, terrein-, sneeuw- en weersomstandigheden. Iedereen op de piste moet zichtbaar kunnen bewegen.
3. Keuze van een veilig spoor. De achterop komende skiër/snowboarder moet een spoor kiezen, op de wijze dat de in te halen personen niet in gevaar gebracht worden.
4. Inhalen. Er mag boven, onder, links en rechts ingehaald worden, maar altijd op voldoende afstand. De inhaal actie moet veilig worden gedaan, dat houdt in dat de andere skiër/snowboarder genoeg ruimte moet hebben om zijn bewegingen te kunnen maken.
5. Oversteken en invoegen. Iedere skiër en snowboarder die een piste op wil gaan of na een stop z’n afdaling wil hervatten, moet zeker weten dat hij/zij niemand in gevaar brengt. De andere piste gebruikers hebben voorrang, ten op zichtte van de stilstaande of overstekende skiër.
6. Stoppen op de piste. Het is verboden zonder noodzaak te stoppen op smalle of onoverzichtelijke delen van de piste. Is een skiër of snowboarder gevallen, dan moet hij/zij de piste zo snel mogelijk vrij maken.
7. Lopend klimmen en dalen. Als je lopend klimt of daalt op de piste moet dat aan de zij- of buitenkant van de piste gebeuren.
8. Aanwijzingen opvolgen. Iedere pistegebruiker moet zich aan de markering en aanwijzingen op de borden langs en op de piste houden.
9. Verplicht helpen bij ongelukken. Bij een ongeluk is iedere skiër en snowboarder verplicht hulp te verlenen/bieden.
10. Legitimatieplicht. Iedereen die op de piste is, moet zich in geval van een ongeval op de piste kunnen legitimeren.

Laten we ons allemaal aan de regels houden, zo houden we de pistes voor elke gebruiker veilig. Kijk niet alleen naar anderen, maar vooral naar jezelf. Doe jij er alles aan om de piste veilig te houden? Pas jij je snelheid aan op de piste? Geef jij voorrang bij het oversteken of invoegen op de piste? Verleen jij hulp of bied jij hulp aan bij ongelukken? Je moet zelf kunnen inschatten of je handelen veilig is ten opzichte van andere mensen. Doe geen onverwachte dingen en denk vooral niet dat het net wel kan. Vaak kan het dan net niet.

Het is eigenlijk vanzelfsprekend dat je de 10 FIS pisteregels kent. Zorg dat je voor vertrek op de hoogte bent van de regels en dat je deze ook naleeft. Hou rekening met elkaar, zo houden we het veilig!